De kracht van tastbaarheid
Geef deelnemers middelen om hun gedachten tastbaar te maken. Het is beter om samen iets te doen en te ervaren dan er alleen maar ‘over te praten’. Zorg voor manieren waarbij mensen elkaar dingen kunnen laten zien en dan samen op kunnen reflecteren. Gebruik de ruimte als gereedschap. Ga weg van de tafel. Zorg dat deelnemers uit hun stoel komen en ga actief met elkaar aan de slag. De muren vullen als ‘gedeeld geheugen’.
Dicht bij de leefwereld
Blijf in al je activiteiten zo dicht mogelijk bij de dagelijkse ‘leefwereld’ van de eindgebruiker. Doe je co-design activiteiten bij voorkeur bij mensen thuis, of op de plek waar het uiteindelijke product ook moet worden toegepast. Dit betekent ook dat er geen vaste recepten zijn voor co-design: stap 1 is het leren kennen van de mensen met wie je werkt. Werk aan de relatie. Daaruit volgt al het andere.
Iteratief
Werk ‘iteratief’, dat wil zeggen, cyclisch. In elke cyclus doorloop je het hele proces van probleemdefinitie, conceptvorming, uitwerking, prototyping en evaluatie. Vroeg in het project al prototypes maken, helpt om het probleem te verhelderen. Het helpt de verschillende partijen ook om over hun ervaringen te praten en onderling te delen. Wees daarbij wel bereid je eerste ideeen later ook weer los te laten!
In Co-design projecten kom je allerlei perspectieven van verschillende relevante ‘stakeholders’ tegen. Ze hebben elk een stukje van de ontwerp-puzzel in handen (die waarschijnlijk niet in elkaar passen). De uitdaging is om een product te definiëren dat voor al deze stakeholders (met hun soms conflicterende gezichtspunten!) een werkbare oplossing vormt. Door in korte iteraties te werken, en tussentijds telkens met alle stakeholders te reflecteren op het proces, kan je met deze complexiteit omgaan.
Tools voor expressie
Geef deelnemers de middelen om zich te uiten, die passen bij de individuele talenten en mogelijkheden. Daarbij mag je hen best uitdagen. Sluit aan bij de interesses van de individuele deelnemer in het ontwerpen van je co-design activiteiten.
Het co-design proces werkt ‘empowerend’ voor mensen met een beperking: via co-design geef je mensen de mogelijkheid zelf mee te doen in het vormgeven van hun eigen dagelijkse leefwereld. Kijk tijdens het proces echter goed naar wat nu precies ‘empowerend’ blijkt te werken in je activiteiten en middelen. De versterkende elementen in je co-design proces, kunnen vaak inspiratie geven voor de vraag hoe een interactief product ‘empowerend’ kan zijn: wat werkt in het co-design proces, kan ook werken in het eindproduct. Als het gaat om co-design en empowerment, is er eigenlijk niet per se een duidelijke scheidslijn tussen ‘ontwerpproces’ en ‘productgebruik’ – het ontwerpproces en het gebruik van het product lopen geleidelijk in elkaar over. Dit is nog sterker het geval als het eindproduct personaliseerbaar is, en tijdens het gebruik nog verder ‘gefinetuned’ kan worden. Daarbij ‘co-designen’ de zorgverlener en gebruiker het uiteindelijke gepersonaliseerde product (of dienst).
Het maken van scenario’s in de vorm van storyboards kan helpen bij het gezamenlijk definiëren van de mogelijkheden, behoeften en uitdagingen van de eindgebruiker en het vaststellen van de ontwerpuitdaging.
Zet iedere deelnemer in zijn kracht
Iedere deelnemer in het proces heeft zijn eigen expertise. Vorm een ‘design team’ waarin die expertises hun eigen rol hebben. Ontwerpers zijn goed in ontwerpen. Zorgprofessionals zijn goed in zorg verlenen. Eindgebruikers zijn experts ‘van hun eigen ervaring’. Co-design betekent niet dat de eindgebruiker helemaal zelf zijn ontwerp gaat maken. Maar het is wel degelijk een meer gezamenlijk proces dan een ‘interview met plakstickers en lego’.
Er is een spanningsveld tussen de eindgebruiker en de zorgprofessional (bijvoorbeeld, een woonbegeleider of therapeut). De zorgprofessional heeft veel kennis over de client en is ook sterk begaan met de client, en is daarmee een belangrijke informant, met name als de client zichzelf minder gemakkelijk kan uiten, of een gebrekkig zelfinzicht kent. Maar de zorgverlener heeft ook deels een ander belang. De zorgverlener werkt vanuit organisatorische en professionele kaders en waarden, die niet altijd overeenkomen met de individuele behoeften en beleving van de client. Het is belangrijk dit spanningsveld te onderkennen. In onze visie staat de eindgebruiker altijd centraal. ‘Wat goed is voor de client’, is iets dat uit het co-design proces zelf naar voren moet komen, niet uit het handboek van de professional. Dat vereist wel een tactvolle aanpak, met respect voor alle betrokkenen. Bovendien moet het belang en de kennis van de zorgverlener en organisatie welzeker worden meegewogen, want zonder hun commitment kan het product in de praktijk sowieso niet werken. Juist door vroeg in het proces gezamenlijk het gesprek aan te gaan, met behulp van bijvoorbeeld storyboards en prototypes, kan dit spanningsveld expliciet gemaakt worden en resulteren in een oplossing die voor alle partijen meerwaarde biedt.
Elke professional denkt vanuit zijn eigen vakkennis en vaardigheden. Dat is logisch. In onze projecten zagen we het organiseren van het co-design proces als een taak voor ontwerpers. Alleen ontwerpers kunnen een project organiseren dat leidt tot een eindproduct, en zij hebben de vaardigheden om co-design materialen te maken en workshops voor te bereiden. We ontdekten dat de zorgverleners er eigenlijk precies zo over dachten, maar dan andersom: alleen zorg-professionals zijn opgeleid om met mensen met een beperking te werken, en hier ‘empowerende’ werkvormen en methodieken voor de ontwikkelen. Zowel ontwerpers (in opleiding) als zorgverleners (in opleiding) hadden de ambitie om co-design te organiseren, maar beiden zagen zichzelf als de eindverantwoordelijken voor het proces. In de traditie van co-design voeren ontwerpers de regie, en in de trend van empowerende zorgverlening doen waar dat. Het was het nodig over te steken en het project ook echt samen aan te pakken. Met uiteindelijk noch de ontwerper, noch de zorgverlener, maar de client, in de hoofdrol.