Maak van alle tekst platte tekst (in plaats van plaatjes of graphics).
Vermijd dichte blokken tekst.
Geef tekstequivalenten voor niet-tekstuele informatie, zoals gesproken en visuele componenten, zodat de informatie begrepen kan worden door bepaalde doelgroepen. Denk bijvoorbeeld aan symbolen, andere talen, gebarentaal of Braille.
Gebruik visuele aanduidingen om belangrijke delen van de informatie te benadrukken.
Verwijder advertenties en gesponsorde links, indien mogelijk.
Gebruik kopjes om de aandacht te trekken naar belangrijke onderdelen en om alvast een korte indruk te geven van de inhoud.
Vermijd ruis op de achtergrond of afleidende plaatjes. Gebruik deze alleen als je de aandacht van de gebruiker er juist naar toe wilt leiden.
Gebruik een heldere organisatie van beeldelementen. Plaats instructies en knoppen steeds op dezelfde plaats (vaak bovenaan).
Bied de mogelijkheid om in te kunnen zoomen, of de lettergrootte aan te passen.
Vermijd complexe lay-outs. In simpele lay-outs is het gemakkelijker om de aandacht te leiden naar belangrijke elementen.
Gebruik geen elementen waarvan bekend is dat ze epileptische aanvallen kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld knipperingen of bepaalde spatiële frequenties.
Bronnen
Darejah, A., Sing, D. (2013). A Review on User Interface Design Principles to Increase Software Usability for Users with Less Computer Literacy. Journal of Computer Science 9 (11), 1443-1450.
Sik Lanyi, C., Brown, D.J. (2010). Design of Serious Games for Students with Intellectual Disability. In: Joshi, A. and Dearden, A. (eds.) IHCI’10 Proceedings of the 2010 international conference on Interaction Design & International Development, 44–54. British Computer Society Swinton, UK.
http://webaim.org/articles/cognitive/activity