Zorg ervoor dat invoermiddelen gemakkelijk te gebruiken zijn.
Overweeg de mogelijkheid om spraakcommando's te gebruiken.
Apparaten moeten aantrekkelijk zijn, cultureel en sociaal aanvaardbaar en passen bij de leeftijd van de gebruiker.
Apparaten moeten niet stigmatiserend zijn, dus niet uitstralen dat ze bedoeld zijn voor gebruikers met een beperking.
Het interface moet een persoonlijke, uitnodigende, eenvoudige en niet-technische uitstraling hebben.
De geluidskwaliteit en het volume moeten hoog genoeg zijn om (ook buitenshuis) prompts te kunnen horen.
Zorg voor een robuust software en hardware platform, zodat de gebruiker zo min mogelijk met storingen te maken krijgt.
Gebruik interactieve elementen (bijvoorbeeld knoppen of iconen) van voldoende grootte voor gebruikers met een beperkte fijne motoriek.
Probeer stroomgebruik te beperken om plotseling uitschakelen van het apparaat te voorkomen.
Als het apparaat bedoeld is om draagbaar te zijn dan moet het ook gemakkelijk te dragen zijn (eventueel samen met andere hulpmiddelen).
Bronnen
Carmien, S. (2002). MAPS: PDA Scaffolding for Independence for Persons with Cognitive Impairments. Human Computer Interaction Consortium.
Cremers, A.H.M., van der Pijl, D.J. (2005) Individuele reisinformatie voor personen met een verstandelijke beperking: inventarisatie en raamwerk. TNO-Rapport.
De Leo, G., Gonzales, C.H., Battagiri, P.J., Leroy, G. (2011). A Smart-Phone Application and a Companion Website for the Improvement of the Communication Skills of Children with Autism Clinical Rationale, Technical Development and Preliminary Results. Med Syst 35, 703–711, DOI 10.1007/s10916-009-9407-1.
Francis, P., Balbo, S., Firth, L. (2009). Towards co-design with users who have autism spectrum disorders. Universal Access Inf Soc 8, 23-135. DOI 10.1007/s10209-008-0143-y
Putnam,C., Chong,L.(2008). Software and technologies designed for people with autism: what do users want? ASSETS’08, October 13–15. doi>10.1145/1414471.1414475