Amy is 20 jaar en woont in een in een zorginstelling, begeleid wonen heet het. Ze heeft een licht verstandelijke beperking, maar ze doet meestal alsof dat niet zo is. Ze heeft goed contact met een aantal van haar medebewoners en een echt goede vriendin: Suzan. Zij en Suzan vinden een aantal andere bewoners heel vervelend. Ze klagen altijd maar als ze de muziek een keer wat harder hebben staan. Amy en Suzan roddelen altijd over de andere bewoners.
Amy kan dingen in huis wel zelfstandig, maar meestal vergeet ze de helft. Als iemand daar een opmerking over heeft schiet ze in de verdediging en doet ze stoer en onverschillig. Als ze op pad is raakt ze snel met mensen aan de praat, maar meestal begrijpt ze de gesprekken niet goed. Dat maakt haar heel onzeker en ze wordt er zenuwachtig van. Dit uit zich soms is vluchtgedrag maar ook vaak in ruzie met agressie.
Amy gaat elke dag naar een dagbesteding waar ze creatief bezig is, ze houdt erg van schilderen, daar is ze helemaal in haar element. In de toekomst zou Amy graag nog zelfstandiger willen worden, maar ze heeft geen idee hoe ze dit aan moet pakken. Eigenlijk vraagt ze ook liever niet om hulp, dat staat zo stom. Amy heeft wel eens een vriendje gehad en die aandacht vond ze echt heel leuk, maar van de begeleiders mag ze nu geen jongens meenemen.
Amy rookt al sinds haar 15e, ze probeert wel te minderen, het is namelijk heel duur, maar het wil niet echt lukken. Eens in de zoveel tijd wordt Amy erg gestresst en raakt ze in paniek. Het is alsof ze alles dan even niet meer aankan. Ze ziet haar toekomst dan somber in, omdat ze geen idee heeft hoe ze kan veranderen in de persoon die ze eigenlijk liever wil zijn.