Licht verstandelijke beperking

Mensen met een verstandelijke beperking hebben een beperkt intellectueel functioneren dat ontstaan is voor hun achttiende levensjaar. Dit gaat gepaard met beperkingen in de sociale (zelf)redzaamheid. Hierdoor hebben ze ondersteuning nodig om te functioneren op een manier die bij hen past. Er zijn grote verschillen in mate van beperkingen, daarom spreken we van mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperkingen. En ook zijn er grote verschillen in ondersteuningsbehoeften. Van de omgeving wordt verwacht dat zij in die ondersteuning een belangrijke rol spelen.

In de organisatie en maatschappelijke visie op zorg en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking zijn de laatste jaren een aantal veranderingen ontstaan. In onze participatiemaatschappij wordt van iedereen die dat kan gevraagd verantwoorde­lijkheid te nemen voor zijn of haar eigen le­ven en omgeving. De overheid gaat bij deze zogenaamde ‘transitie’ in de zorg uit van de eigen kracht en zelfredzaamheid van eenieder.

Doordat gemeenten grotendeels verantwoordelijk zijn geworden voor ondersteuning aan kwetsbare groepen, komen mensen minder snel in aan­merking voor zorg. Mensen zullen vaker een beroep moeten doen op eigen kracht en/of op ondersteuning uit hun omgeving. Ook voor mensen met een verstandelijke beperking geldt dat zij, met het oog op volwaardig bur­gerschap, gestimuleerd worden om zelf vorm te geven aan hun bestaan. Om hen hierbij te helpen wordt ondersteuning geboden vanuit het professionele, maar vooral ook vanuit het persoonlijke, informele netwerk. Dat technologie en apps een rol kunnen spelen bij het vragen van ondersteuning, bij het maken van contact of bij de zoektocht naar zelfstandiger worden, zoals bij Amy, wordt steeds meer gemeengoed!