Over Powertools

Doel

Het zelfstandig kunnen uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen wordt steeds belangrijker in het licht van de vermaatschappelijking van de zorg. Voor cliënten met een cognitieve beperking (licht verstandelijke beperking, autisme) is het aanleren van dergelijke vaardigheden vaak moeilijk. Technologie die zelfredzaamheid stimuleert is daarom veelbelovend. De ontwikkeling hiervan is echter vaak gedreven vanuit de mogelijkheden die de technologie biedt in plaats van vanuit het perspectief van cliënt en zorgverlener. Om technologie die zelfredzaamheid stimuleert te kunnen toepassen moeten zowel cliënt als zorgverlener nieuw gedrag aanleren, waardoor tot 70% van deze nieuwe technologie niet bestendigt. De kans op daadwerkelijke en duurzame impact op zelfredzaamheid neemt toe wanneer uitgegaan wordt van behoeften, kennis en vaardigheden van cliënt en zorgverlener. Een participatieve aanpak biedt hier kansen toe.

De onderzoeksvraag van het project Powertools (SIA RAAK Publiek, 2016-2018) was daarom:

‘Hoe kunnen cliënten en zorgverleners samen technologie ontwerpen gericht op het door cliënten zelfstandig uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen, zodanig dat zelfredzaamheid van de cliënt verhoogd wordt?’

Wat we hebben gedaan

In Powertools hebben cliënten en zorgverleners intensief bijgedragen aan het ontwikkelen van zelfredzaamheid-bevorderende technologie, via participatieve methoden uit de designwereld. Studenten van diverse opleidingen, met een technische, ontwerp- of zorgachtergrond, hebben de technologie samen met de cliënten en zorgverleners ontwikkeld en geëvalueerd. Zij deden dit onder begeleiding van docent-onderzoekers en professionele ontwerpers. Zij gebruikten hierbij creatieve en visuele technieken, zoals dagboekmethoden en foto-opdrachten. Via deze technieken konden alle betrokkenen communiceren over het onderwerp, niet gehinderd door barrières voortkomend uit jargon of discipline.

Wat het heeft opgeleverd

Ontwerpprincipes voor zelfredzaamheid-stimulerende technologie die aansluit op behoeften, kennis en vaardigheden van cliënten met een cognitieve beperking. Enkele voorbeeld en van inzichten zijn:

  • Zorg ervoor dat het ontwerp niet stigmatiserend is voor de gebruikers.
  • Besteed aandacht aan een rustig beeld met weinig detail en geef veel (positieve) feedback.
  • Bied de mogelijkheid om het ontwerp te personaliseren (bv. ook audio, spraak, tactiel).

Richtlijnen voor het beroepsmatig handelen van zorgverleners, aansluitend op de zelf-regisserende cliënt en de invoering van technologie. Een belangrijk inzicht is bijvoorbeeld:

  • Om co-design van zorg te laten slagen is een cultuuromslag nodig binnen zorgorganisaties. Hiervoor moeten we ook anders gaan opleiden.

Technologische interventies gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid van cognitief beperkte cliënten bij algemene dagelijkse levensverrichtingen. Veel voorkomende behoeften van mensen met een cognitieve beperking bleken te zijn:

  • het zelfstandig kunnen plannen van activiteiten,
  • beter omgaan met stress,
  • makkelijker communiceren met anderen.

Ontwerpmethoden via welke cliënt en zorgverlener samen zelfredzaamheid-stimulerende technologie kunnen ontwikkelen, implementeren en evalueren. Enkele inzichten zijn:

  • Blijf dicht bij de leefwereld van cliënten: co-design het liefst bij mensen thuis.
  • Zet iedere stakeholder (gebruiker, ontwerper, zorgverlener) in zijn kracht tijdens de activiteit.
  • Geef mensen tastbare middelen om zich te uiten, ook non-verbale middelen.
  • Werk iteratief, reflecteer samen op de kernthema’s aan de hand van tussentijdse prototypes.
  • Co-evalueren van technologie vereist een integrale aanpak: bekijk steeds wat technologie betekent in het leven van mensen.

EVALUATIE

In Powertools zijn drie interventies geëvalueerd: het OOC-kussenTasKing en M-Power Tablet.
Dit heeft de volgende inzichten opgeleverd:

Verwachtingen ten aanzien van de evaluatie

  • De verwachtingen aan het begin van de evaluatie zijn vaak hoog. Het is belangrijk om vooraf over deze verwachtingen te spreken om teleurstelling achteraf te voorkomen.
  • Bij het begin moet duidelijk zijn hoe co-evaluatie zich verhoudt tot co-design. Gaat het om de evaluatie van een product dat bijna af is, of is het eerder een iteratie binnen het co-design proces?
  • Er moet duidelijk gemaakt worden in hoeverre het prototype al echt werkt, en welke inspanningen nog nodig zijn om het product echt bruikbaar te maken.

Belang van werking van de technologie

  • De technologie moet zo veel mogelijk echt werken, anders haken gebruikers snel af en wordt het prototype niet of nauwelijks gebruikt.
  • De batterijduur moet voldoende zijn.
  • Kleine praktische onvolkomenheden leiden tot grote belemmeringen in het gebruik.
  • Als er technische problemen optreden moet er voldoende ondersteuning zijn om dit op te lossen.
  • Het is belangrijk dat het product een gevoel van veiligheid en vertrouwen oproept.

Vaardigheden van cliënten

  • Cliënten die deelnemen aan de evaluatie moeten zorgvuldig geselecteerd worden. De begeleiders moeten dan wel voldoende informatie hebben om de juiste keuze te kunnen maken.
  • Cliënten hebben veel tijd nodig om aan een nieuw product te wennen. Daarom is het belangrijk voldoende tijd uit te trekken voor een evaluatieperiode (de periode van zes weken bij Powertools bleek te kort).
  • Bij de keuze van methoden moet rekening gehouden worden met het niveau van de individuele cliënt. Het kan bijvoorbeeld lastig zijn voor cliënten om een keuze te maken uit veel mogelijkheden, om symbolen te begrijpen of om een logboek bij te houden.

Kwaliteiten van begeleiders

  • Begeleiders moeten nauw betrokken zijn bij de evaluatie, bij voorkeur alle begeleiders, zodat het niet van een paar personen afhangt.
  • Begeleiders kunnen de rol van co-onderzoeker opnemen, aangezien zij vertrouwde personen zijn voor de cliënten. Begeleiders moeten dan wel goede instructies krijgen (bijvoorbeeld: hoe je zelf reageert, heeft invloed op hoe de cliënt reageert).
  • Begeleiders moeten hulp kunnen inroepen bij vragen en problemen.
  • Bij de keuze van methoden moet rekening gehouden worden met de voorkeuren van de begeleider. Logboeken zijn bijvoorbeeld lastig om goed bij te houden.

Inbedding in het zorgproces

  • Het is belangrijk dat technologie goed en duurzaam ingebed wordt in de zorgpraktijk, maar dat is een lastig proces. Hiervoor moet wellicht het huidige systeem veranderen.
  • Er moet een duidelijke procedure zijn voor implementatie, maar tegelijkertijd is het een rommelig proces. Er is een spanningsveld tussen controle willen houden en het proces loslaten en zich laten ontwikkelen.
  • Er moet een goede afweging zijn van de kosten en de baten van de invoering van technologie.